Yoko Ogawa is een Japanse auteur die bekend staat om haar fictie, waarin ze het geheugen, geweld en het vrouwelijk lichaam onderzoekt. Ze is vooral bekend van de romans The Memory Police (1994), The Housekeeper and the Professor (2003) en The Diving Pool (1990). Haar werk is bekroond met de Akutagawa Prize, de Yomiuri Prize en de American Book Award. In 2020 werd The Memory Police genomineerd voor de International Booker Prize.
Yoko Ogawa werd geboren in Okayama, in de prefectuur Okayama. Haar familie volgde de Konkōkyō religie, die haar vroege jaren heeft gevormd. Ogawa studeerde literatuurwetenschappen aan de Waseda Universiteit in Tokio. Na haar afstuderen werkte ze als secretaresse aan een medische universiteit. Toen Yoko trouwde met een ingenieur van een staalbedrijf, gaf ze haar baan op en begon ze te schrijven terwijl haar man aan het werk was. Aanvankelijk beschouwde ze schrijven als een persoonlijk tijdverdrijf.
“Mijn man wist niet eens dat ik schreef,” zei ze. Haar debuutroman, The Breaking of the Butterfly (1988), won de Kaien Prize. Dit veranderde alles.
Haar ervaring met ouderschap heeft haar vroege carrière ontegenzeggelijk gevormd. “Ik schreef Zwangerschapsdagboek met korte tussenpozen toen mijn zoon nog een peuter was,” verklaarde ze. Die novelle won in 1990 de Akutagawa Prijs en verzekerde haar positie in de Japanse literatuur. Ze bleef gestaag publiceren en produceerde in 2020 meer dan vijftig fictie— en non-fictiewerken.
Ogawa's fictie is in vele talen vertaald. De Engelse vertalingen zijn Hotel Iris (1996), Mina's Matchbox (2006) en Revenge: Eleven Dark Tales (1998). Haar werk is verschenen in de New Yorker, Zoetrope en A Public Space. In 2006 werkte ze samen met wiskundige Masahiko Fujiwara aan een boek over de schoonheid van getallen.
The Memory Police speelt zich af op een naamloos eiland waar voorwerpen uit het dagelijks leven verdwijnen en mensen al snel vergeten dat ze ooit hebben bestaan. Degenen die het zich herinneren worden opgejaagd door de Geheugenpolitie, een eenheid die tot taak heeft het geheugen te wissen. De vertelster, een schrijfster, verbergt zo'n man in haar huis. De roman is geïnspireerd op het dagboek van Anne Frank, dat Ogawa als tiener voor het eerst las. “Haar dagboek bewees dat mensen kunnen groeien, zelfs in zo'n beperkte situatie,” zei Ogawa. “Schrijven geeft mensen vrijheid.”
Ogawa onderzoekt vaak geheugenverlies, isolatie en geweld. The Housekeeper and the Professor gaat over een wiskundige die zich alleen de laatste tachtig minuten kan herinneren. In veel verhalen onderzoekt ze definitief hoe mensen met elkaar omgaan als ze onder emotionele of fysieke stress staan. Haar werk richt zich op het vrouwelijk lichaam en de rol van vrouwen in gezinnen, en ze vermijdt het feministische etiket. “Ik gluurde in de wereld van mijn personages en maakte aantekeningen van wat zij deden,” verklaarde ze.
Ze noemt Paul Auster zelfverzekerd een belangrijke invloed en noemt zijn werk “gesproken literatuur”. Kenzaburō Ōe prees haar voor het schrijven van proza “dat zacht maar indringend is”.
Yoko Ogawa woont in Ashiya, Japan. In 2021 ontving ze de Medaille met Paars lint en in 2022 werd ze uitgeroepen tot Royal Society of Literature International Writer.