Dat er in Zuid-Afrika Afrikaans wordt gesproken en geschreven, is algemeen bekend en dat er in de zeventiende— en achttiende eeuw, de tijd van de VOC,
door ambtenaren in de Kaapkolonie officiële journalen en rapporten in het Nederlands werden geschreven, zal niemand verbazen. Er bestaat echter ook een Zuid-Afrikaanse Nederlandse literatuur: poëzie, toneel en verhalend proza geschreven in het Nederlands door inwoners van Zuid-Afrika. Daar is in de geschiedschrijving van de Nederlandse literatuur totaal geen aandacht aan besteed. Eep Francken en Olf Praamstra voeren ons mee door deze boeiende letterkunde, vanaf het ontstaan ervan in 1652 tot in de eenentwintigste eeuw.